Wanneer niemand het ziet, maar jij het wél voelt.
- Ellie's Odyssey

- 17 jul
- 3 minuten om te lezen

Over grenzen die niet aangeraakt werden, maar toch overschreden zijn.
-----------------------------------------------------
Ze zeggen:
“Er is toch niets gebeurd?”
Maar wat als iets je raakt
zonder dat het je aanraakt?
Wat als het niet ging om daden,
maar om afwezigheid van zorg,
van grenzen,
van een veilige kamer om kind te zijn?
Ik was jong.
Tussen vijf en negen.
Te klein om alles te begrijpen,
maar groot genoeg om alles te voelen.
Ik hoorde dingen
die mijn oren niet konden dragen.
Ik zag dingen
die mijn ogen niet konden bevatten.
Niet omdat ik wilde.
Maar omdat de deuren openbleven
en niemand eraan dacht ze dicht te doen.
Ze noemden het liefde tussen volwassenen.
Een daad van verbondenheid.
Maar voor mij voelde het als
een storm die zomaar
mijn wereld binnenviel.
Wat ik zag, hoorde, voelde…
was nooit voor mij bedoeld.
Maar het gebeurde wel ín mijn aanwezigheid.
Er kwam geen uitleg.
Geen sorry.
Geen geruststelling achteraf.
Alleen een kind
dat haar eigen verhaal moest maken
met te weinig taal
en te veel gevoel.
Wat bleef hangen?
Een diepe afkeer van mijn lijf.
Een onverklaarbare walging.
Een gevoel dat ik er niet hoorde te zijn.
Dat liefde iets was
dat gebeurde buiten mijn toestemming,
zonder mijn begrip,
maar wél met mijn aanwezigheid.
En dat werd mijn waarheid.
Een lijf dat verstrakte.
Een hoofd dat zweeg.
Een ziel die zich losmaakte
bij alles wat nabijheid vroeg.
Mensen zeiden later:
“Maar je bent toch nooit misbruikt?”
En misschien hebben ze gelijk.
Misschien ging niemand met opzet te ver.
Maar het deed wél pijn.
En dat maakt het echt.
Want trauma zit niet alleen in daden,
het nestelt zich ook in stiltes.
In dingen die je niet uitgelegd krijgt.
In het feit dat niemand ooit zei:
"Wat jij voelde, was terecht."
Het zit in hoe je later
bij elke aanraking bevriest.
Hoe je jezelf kleiner maakt
als iemand je aankijkt.
In de manier waarop je
liefde verwart met ondergaan.
En hoe je denkt dat
“dat normaal is, zeker...”
Want als kind leer je:
nabijheid is niet vanzelfsprekend zacht.
De liefde is geen plek
waar jij mee mag beslissen.
Je kijkt, je hoort, je zwijgt.
En je lijf doet de rest.
Deze tekst is geen aanklacht.
Geen schuldgericht vingertje.
Het is een fluistering naar elke ouder:
Kijk. Zie. Wees bewust.
Kinderen merken alles op.
Ook wat je niet uitspreekt.
Ook wat je denkt dat onschuldig is.
Ze voelen het.
Lang voordat ze het begrijpen.
Lang nadat jij het alweer vergeten bent.
Ouderschap is geen trofee.
Het is een verbond.
Met wie nog niet kan kiezen,
niet kan filteren,
niet kan zeggen:
“Stop. Dit is te veel voor mij.”
Je leert een kind niet wat liefde is
door hen bloot te stellen
aan de rauwe randjes
van jouw vrijheid.
Je leert het door zachtheid.
Door stilte waarin ze mogen rusten,
niet puzzelen.
Dus laat dit een herinnering zijn.
Dat jouw vrijheid
ophoudt bij hun veiligheid.
Dat jouw recht op ruimte
nooit groter mag zijn
dan hun recht op rust.
Want soms laat je geen littekens na,
maar schaduwsporen.
En die verdwijnen niet.
Ze verplaatsen zich.
Naar hun relaties.
Hun grenzen.
Hun lijf.
En wat jij zag als een moment
tussen volwassenen,
werd voor hen het begin
van een levenslange tweestrijd
tussen voelen en vluchten.
________________________________________
Voor wie, net als ik, het nooit met zoveel woorden kon zeggen,
maar het nog steeds voelt in stilte.*

Opmerkingen